11. Gemeentefonds

Algemene lijn

De raming van de algemene uitkering 2018 en de prognoses voor de periode 2019-2021 zijn bepaald op basis van de informatie en de maatregelen in de meicirculaire 2017.

In verband met de demissionaire status van het kabinet is de inhoud van de meicirculaire beleidsarm. Het betreft veelal uitwerking van maatregelen die al vastliggen op basis van eerder genomen besluiten en afspraken en maatregelen die voortvloeien uit de verdeelsystematiek. Van belang zijn de bijstelling van de accressen en de ontwikkeling van de integratie-uitkering sociaal domein. De bijstelling van de accressen is afgestemd op de werkelijke uitgaven in de rijksrekening 2016 en op de in de rijksvoorjaarsnota 2017 op basis van het huidige rijksbeleid voorziene doorontwikkeling daarvan. De bijstellingen van de macrobudgetten in het sociaal domein, zijn grotendeels terug te voeren op reguliere loon-en prijsbijstelling en op toekenning van volume middelen.

 

Ontwikkeling accressen 2017-2021

Het kabinet prognosticeert in de meicirculaire 2017 voor het lopende jaar en de komende jaren de volgende accressen:

Accressen 2016-2021 (bedragen *€ 1 miljoen)

De accressen 2016-2021 zijn ten opzichte van de septembercirculaire 2016 over de gehele linie naar boven bijgesteld. Hoofdoorzaak is de door het kabinet verwachte groei van de rijksuitgaven als gevolg van hogere loon-en prijsontwikkeling dan waarmee tot nu toe werd gerekend.

Aanleiding zijn de bijgestelde inflatieprognoses uit het Centraal Economisch Plan 2017. Verder werkt de stijging van de ABP-premies door in de accressen. De bijstelling va de accressen houdt dus vooral verband met nominale ontwikkelingen; het gaat niet direct om reële verbeteringen.

De bijstelling op macroniveau bedraagt in 2017 € 44 miljoen en loopt op tot € 535 miljoen in 2021. Omdat er in 2016, anders dan in de rijksnajaarsnota werd verwacht, geen sprake was van onderuitputting, blijft een korting op het gemeentefonds op basis van de ‘trap op trap af’ afspraken achterwege.

De prognoses van de eigen algemene uitkering zijn nog gebaseerd op de accressen in septembercirculaire 2016. De nieuwe cijfers resulteren in een bijstelling van de algemene uitkering oplopend van circa € 0,3 miljoen in 2017 tot € 2 miljoen vanaf 2021.

De middelen die via de accresbijstellingen beschikbaar komen zijn primair bestemd voor dekking van de budgettaire effecten van eigen loon- en prijsstijging. In de uitvoering van de begroting 2017 en de voorbereiding van die voor 2018 wordt zichtbaar in hoeverre ze daarvoor daadwerkelijk ingezet moeten worden. Hieruit zullen in ieder geval de budgettaire effecten van de nieuwe Cao-gemeenten afgesproken salarisaanpassing van 3,25 % en de verdere optrekking van de pensioenpremies gedekt moeten worden.

 

Overige ontwikkelingen

Betalingen aan derden

Vanaf 2018 vinden er in het gemeentefonds geen rechtstreekse betalingen en reserveringen voor derden meer plaats. Deze afspraak raakt onder andere de Vereniging van Nederlandse gemeenten, het Kwaliteitsinstituut Nederlandse gemeenten en de Waarderingskamer. Deze organisaties moeten hun financiering vanaf 2018 zelf en rechtstreeks met de deelnemers regelen. Het gaat, ook voor de eigen begroting, om een budgettair neutrale verlegging van geldstromen. In VNG-verband zijn afspraken gemaakt om dit in goede banen te leiden. De algemene ledenvergadering heeft hier in juni mee ingestemd. De betaling van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Vereniging van Nederlandse gemeenten wordt vanaf 2018 beëindigd. De betreffende middelen, ad € 25 miljoen, worden aan het gemeentefonds toegevoegd. Assen ontvangt hiervan € 80.000 tot € 90.000. Een bedrag van die omvang wordt vanaf 2018 als (extra) bijdrage aan de Vereniging van Nederlandse gemeenten (voeding van het Fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering [GGU]) in de begroting opgenomen.

Schaal- en efficiencykortingen

Van de in de afgelopen jaren door het Rijk opgelegde kortingen staat op dit moment alleen de korting in verband met gemeentelijke schaalvergroting nog in de planning. Deze korting loopt jaarlijks structureel op en komt op macroniveau uiteindelijk (vanaf 2025) uit op € 975 miljoen structureel. Voor Assen betekent de korting dat de algemene uitkering jaarlijks blijvend met circa € 0,24 miljoen wordt verlaagd. De uiteindelijke omvang ervan op basis van het huidige kabinetsbeleid zal voor Assen circa € 4,0 miljoen structureel gaan bedragen. Op dit moment is daarvan, in het kader van de bezuinigingsopgave 2014-2018, € 1,0 miljoen gedekt. Voor de nog komende kortingen van € 3,0 miljoen zal vanaf 2019 in de begroting dekking moeten worden gevonden.

Plafond btw-compensatiefonds (BCF)

De omvang van het btw-compensatiefonds is in het kader van de rijksbezuinigingen gemaximeerd. Onder- en overschrijdingen van het plafond worden via het gemeentefonds vereffend. Tot nu toe is sprake van onderschrijdingen en dus van een positief effect op het gemeentefonds. De verwachting is dat dit effect in 2017 circa € 137 miljoen zal bedragen. Ook voor de periode 2018-2021 worden nog onderschrijdingen voorzien. Inschatting is dat deze in 2018 € 120 miljoen zal gaan bedragen. Het Asser aandeel daarin, zou als de verwachtingen uitkomen, circa € 0,4 a € 0,5 miljoen bedragen. Gelet op de aantrekkende economie en het als gevolg daarvan te verwachten extra beslag op het btw-compensatiefonds kan aan deze middelen slechts tijdelijk financiële zekerheid worden ontleend.

Ontwikkeling van de uitkeringsbasis 2017/2018

Als gevolg van autonome ontwikkelingen (groei) in de omvang van de verdeelmaatstaven verslechtert de uitkeringsbasis van het gemeentefonds. Gelijkblijvende middelen moeten over grotere aantallen worden verdeeld. De hierdoor optredende verschuiving in de toedeling van de middelen werkt nadelig door in de hoogte van de uitkeringen. Voor Assen resulteert de werking van dit mechanisme vanaf 2018 in een structureel nadeel van € 0,6 tot € 0,7 miljoen Dit effect is deels in de eigen meerjarencijfers ingecalculeerd. De inschatting van het als gevolg hiervan in 2017 optredende effect valt licht minder (€ 0,15 miljoen) ongunstig uit dan ingeschat.

Afloop akkoord verhoogde asielinstroom

Het tussen VNG en kabinet gesloten akkoord over de financiering van de extra kosten van de verhoogde instroom van asielzoekers eindigt m.i.v. 2018. De middelen die in 2016 en 2017 voor dit doel als decentralisatie uitkering binnen het gemeentefonds waren gelabeld worden vanaf 2018 weer via het accres aan het fonds toegevoegd. Het gaat om een totaalbedrag van € 190 miljoen Inschatting is dat Assen hiervan jaarlijks circa € 0,7 miljoen ontvangt. Hiermee is in de begroting 2017 rekening gehouden. Op grond van het in januari tot en met april van dit jaar geplaatste aantal statushouders is dit jaar tot nu toe € 0,2 miljoen van deze middelen aan Assen toegekend. In 2016 gaat het om ruim € 0,7 miljoen De uitkering die Assen over 2016 ontvangt op grond van de ‘bed, bad en broodregeling’ bedraagt € 53.000.

Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP)

De meicirculaire bevat geen informatie over de omvang van de Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn-gelden die in 2017 via het gemeentefonds aan Assen worden uitgekeerd. Verwachting is dat hierover in de septembercirculaire definitief uitsluitsel volgt. De Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn-gelden zijn bestemd voor financiering en kostendekking van de FlorijnAs.

Macronorm onroerendezaakbelasting (OZB)

In het kader van de door het kabinet aangekondigde herziening van het belastingstelsel loopt onderzoek naar mogelijke verruiming van het gemeentelijk belastinggebied. Daarbij wordt ook gekeken naar de instrumenten die ingezet kunnen worden voor een beheerste ontwikkeling van de gemeentelijke lasten. Nut, functie en toekomst van de macronorm onroerendezaakbelasting worden hierin meegenomen. Tot die tijd wordt op de bestaande voet doorgegaan. De macronorm is voor 2018 bepaald op 3,1% (2017= 1,97%).

Overige maatregelen

Naast de meer beleidsmatige aanpassingen bevat de circulaire specifieke maatregelen op diverse deelterreinen. Die zijn grotendeels terug te voeren op eerder gemaakte afspraken en genomen besluiten. Het gaat onder meer om de bijstelling van de armoede-impuls, aanpassing van de Waardering onroerende zaken-parameters en de Waardering onroerende zaken-waarden, de breedtesportimpuls, actualisering van de integratie-uitkeringen voor de Wet maatschappelijke ondersteuning en maatschappelijke opvang, informatie over nieuwe en/of wijzigingen in bestaande decentralisatie en integratie-uitkeringen, bijstelling van suppletieregelingen, en aanpassing van verdeelmaatstaven voor de aantallen inwoners, woningen, minderheden, bijstandscliënten en statushouders.

Algemene uitkering 2018

De uitkering die we op grond van de meicirculaire voor het jaar 2018 verwachten en in de begroting hebben opgenomen is voorlopig geraamd op € 162,3 miljoen (exclusief Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn-gelden voor de FlorijnAs). De opbouw en het verloop van die uitkering zien er als volgt uit: 

Algemene uitkering 2018 (bedragen x € 1.000)

Prognose integratie-uitkering Sociaal Domein

De aanvankelijk voor 2018 voorgenomen overheveling van de integratie-uitkering sociaal domein naar de algemene uitkering is op verzoek van de Vereniging van Nederlandse gemeenten uitgesteld en doorgeschoven naar de volgende kabinetsperiode. De integratie-uitkering blijft dus in 2018 nog in zijn huidige vorm bestaan. Het macrobudget sociaal domein bedraagt in 2017 en 2018 circa € 9,8 miljard. Assen ontvangt hiervan de komende jaren de volgende bedragen: 

Integratie-uitkering Sociaal Domein 2017-2021 meicirculaire 2016  (bedragen x € 1.000)

De macrobudgetten zijn geactualiseerd en afgestemd op de afspraken die daarover in de afgelopen maanden tussen het kabinet, de Vereniging van Nederlandse gemeenten en zorgpartijen zijn gemaakt. Daarnaast zijn de budgetten aangepast op basis van loon- en prijsontwikkelingen. Als uitkomst van de doorgevoerde mutaties neemt het macrobudget in 2017 met € 232 miljoen toe. Bij de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vinden daarnaast toevoegingen plaats in verband met volumegroei, extramuralisering en de Werk inkomen en zorg (Wiz)-indiceerbaren. Voor 2018 bedraagt de bijstelling van het macrobudget als gevolg daarvan € 290 miljoen.

Met ingang van 2017 vindt de toedeling van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw)-middelen plaats op basis van het kenmerk ‘betalende gemeente’ in plaats van ‘woongemeente’. Achtergrond is beperking van administratieve lasten en voorkoming van onderlinge verrekeningen tussen gemeenten. Het is nog niet duidelijk hoe de verlegging van de geldstromen voor Assen in de nieuwe situatie exact gaat verlopen. Verwachting is dat een nog nader te bepalen deel van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw)-deel van de integratie-uitkering vanaf 2017 aan de gemeente Hoogeveen wordt uitgekeerd. Daardoor zal het Asser aandeel overeenkomstig afnemen. De verlegging van de geldstroom verloopt budgettair neutraal.

Het onderzoek naar een passend objectief verdeelmodel voor ‘beschermd wonen’ is gaande. De bestaande verdeling van de middelen voor Maatschappelijke opvang en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)-begeleiding wordt daar ook bij betrokken. Invoering van een nieuw model wordt niet eerder dan in 2020 voorzien.

Rekening houdend met het vervallen van de geldstroom voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) resulteren de bijstellingen van de in de meicirculaire gepresenteerde bijstellingen van de macrobudgetten voor Assen in 2017 in een verhoging van de integratie uitkering sociaal domein met € 1,5 miljoen Die komt daarmee (na aftrek van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw)) uit op € 70,1 miljoen Voor 2018 zal de uitkering naar raming circa € 71,7 miljoen bedragen.

 

Prognose algemene uitkering 2019 - 2021

Op basis van de meicirculaire 2017 en eigen aannames zijn voor de algemene uitkeringen 2019-2021 de volgende inschattingen gemaakt en in de meerjarenprognose opgenomen. De algemene uitkering 2018 van € 162,3 miljoen is daarbij het uitgangspunt. 

Meerjarenprognose algemene uitkering 2019-2021  (bedragen x € 1.000)

Cumulatieregeling nadeelgemeente 2017-2021

De herijking van het gemeentefonds en de invoering van de objectieve verdeelmodellen in het sociaal domein hebben voor een aantal gemeenten geleid tot forse nadelige herverdeeleffecten. Assen behoort ook tot die groep. Het nadeel van beide operaties bedraagt voor Assen circa € 70 per inwoner. Het kabinet heeft om de ergste financiële pijn voor de grote nadeelgemeenten te verzachten een tijdelijke overgangs-/vangnetregeling in het leven geroepen. De regeling heeft een tijdelijke looptijd en stopt met ingang van 2020 weer. Het kabinet gaat ervan uit dat de betrokken gemeenten dan voldoende tijd hebben gehad om in hun beleid op gewijzigde financiële omstandigheden in te spelen.

De middelen die op grond van de cumulatieregeling beschikbaar komen zijn niet geoormerkt. De raad heeft bij de behandeling en vaststelling van de begroting 2017 besloten de middelen als algemeen dekkingsmiddel te bestemmen en in te zetten.

Assen ontvangt op grond van de regeling in de periode 2017-2020 de volgende tijdelijke financiële tegemoetkomingen.

Cumulatieregeling sociaal domein en herijking gemeentefonds  (bedragen x € 1.000)