09. Gemeentelijke reservepositie

Algemene beleidslijnen

Om slagvaardig te kunnen opereren en genoeg middelen te hebben om als weerstandsvermogen in te zetten bij onverwachte financiële tegenvallers beschikken we over een gezonde en effectieve reservepositie.

Er vindt geen onnodige of ongelimiteerde vastlegging van gemeentelijke middelen in reserves plaats. Niet langer voor het oorspronkelijk doel benodigde reservemiddelen vloeien terug naar de algemene reserve. De raad kan deze vervolgens herbestemmen voor realisatie van andere bestuurlijke doelen.

De gemeentelijke reservepositie wordt periodiek doorgelicht op doelmatigheid en doeltreffendheid. Onnodige reserves en voorzieningen heffen we op.

In 2016 is de beleidsnota Reserves en voorzieningen vastgesteld, waarin het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen is vastgelegd.

Spelregels en werkafspraken

De raad besluit tot het instellen en/of opheffen van (bestemmings-)reserves.

Reserves worden alleen gevormd voor realisatie van vooraf vastgestelde beleidsdoelen en/of projecten.

Besteding van reservemiddelen gebeurt op basis van vooraf door de raad vastgestelde beleidsregels.

Het besteden en voeden van reserves gebeurt via de begroting of aparte besluitvorming door de raad.

Reserves zijn niet bestemd voor dekking van structurele lasten. De raad kan hiervan afwijken.

Het indexeren van reserves met een vast percentage per jaar kan alleen door dit in een dekkings-/amortisatieplan vast te leggen. Alle andere reserves worden niet geïndexeerd.

Bij de vorming van reserves worden afspraken gemaakt over de bestuurlijke en ambtelijke beheers- en budgetbevoegdheden.

Rapportage en verantwoording over besteding, resultaten en het beheer over de reserves vindt plaats via de planning- en controlcyclus.

Tekorten in de gemeentebrede exploitatie worden vereffend via de algemene reserve. Binnen de reserve wordt daarvoor een buffer van € 100 per inwoner als ondergrens aangehouden.

De algemene reserve is daarnaast, als andere middelen daartoe ontbreken, beschikbaar voor dekking van lasten van bestuurlijke beleidsprioriteiten.

Onder- en overbesteding in de jaarbudgetten voor jeugdhulp en Wmo worden in 2015-2017 via de ‘reserve sociaal deelfonds’ vereffend.

De risico’s op de gemeentelijke grondexploitatie worden middels aparte voorzieningen en weerstandsvermogen afgedekt.

Prognose, budgetten

Voor alle reserves en voorzieningen is een prognose opgesteld van het meerjarig verloop.

Per reserve en voorziening zijn per jaar de stortingen en onttrekkingen geraamd. De verdeling over de jaarschijven maakt onderdeel uit van de begroting, maar is van de reserves niet altijd in de beleidsprogramma’s opgenomen. Bij de beleidsprogramma’s zijn alleen kosten en verrekening reserves opgenomen indien er op voorhand duidelijkheid is over het jaar van mutatie zoals bijvoorbeeld bij amortisatiereserves. Bij bijvoorbeeld verrekening met projecten is het jaar van mutatie niet op voorhand duidelijk en in dit geval zijn zowel de kosten als de verrekening van de reserve vooralsnog niet opgenomen in het beleidsprogramma. We komen hier op terug in de kaderbrief of de najaarsnota.

21 tot reservesenvoorz

 22 progn res en voorz 

23 progn res en voorz2