05. Incidentele lasten en baten 2018–2021

Op grond van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) dient de gemeentebegroting te voorzien in een overzicht van incidentele lasten en baten. Inzicht daarin is van belang voor de beoordeling van de soliditeit van de Asser begroting en vanuit die optiek ook noodzakelijk voor het financieel toezicht en de beoordeling van de begrotingspositie door Gedeputeerde Staten. Uitgangspunt is dat de structurele lasten in de begroting gedekt dienen te worden door structurele baten. Dat is ook een van de beoordelingscriteria om voor repressief financieel toezicht in aanmerking te komen.

 

Criteria

De begrotings-en verantwoordingsvoorschriften en de door de commissie BBV over dit onderwerp uitgebrachte ‘notitie incidentele en structurele lasten en baten’ voorzien niet in een eenduidige definitie van het begrip ´incidentele lasten en baten´. Om die reden hanteren we voor dit doel zelf de onderstaande criteria als basis van de in de begroting te presenteren inventarisatie:

  • Lasten/baten die alleen in het jaar 2018, 2019, 2020 of 2021 voorkomen.
  • Lasten/baten die zich maximaal gedurende drie jaar voordoen (2018-2020).
  • Lasten/baten waarvan de eindigheid vastligt op basis van raadsbesluit en/of toekenningsbesluit, ook als de looptijd langer is dan drie jaar.
  • Onttrekkingen en toevoegingen aan reserves met een looptijd korter dan drie jaar.

 

Omvang

Op basis van de criteria hiervoor kan voor ruim € 28 miljoen van het totaal van de in de begroting 2018 opgenomen budgetten als ‘incidenteel’ worden aangemerkt. Bij de baten gaat het om een vergelijkbaar volume. De omvang van dit volume is sterk beïnvloed door eenmalige mutaties in, en onderlinge verschuivingen tussen, reserves.

Als gevolg daarvan neemt de omvang van de incidentele lasten en baten vanaf 2019 ook weer overeenkomstig af. Verder vervallen vanaf 2019 ook de middelen die in de periode 2014-2018 op projectbasis door de raad voor uitvoering van het collegeprogramma ‘Mijn Assen’ beschikbaar zijn gesteld. Dat geldt tevens voor de budgetten en dekkingsmaatregelen die in 2018 op eenmalige basis voor beleidsuitvoering in de begroting 2018 beschikbaar zijn. Inzet van incidentele budgetten en dekkingsmaatregelen na 2018 is verder mede afhankelijk van het beleid en de beleidsinvulling in de bestuursperiode 2019-2022. Hier is/kan nog geen rekening mee worden gehouden.

Het totaalbeeld van de incidentele lasten en baten voor de periode 2018-2021 ziet er, uitgaande van het in de huidige bestuursperiode aanvaarde beleid, als volgt uit:

16 overz incidente

17 overz incidente2