08. Algemeen financieel beleid
Intro
Programmasamenvatting
De begroting 2018 is de laatste begroting in de bestuursperiode 2014-2018. Afhechting van de ambities en bezuinigingen uit het collegeprogramma ‘Mijn Assen’ staan daarin centraal. Daarnaast lossen we in de begroting 2018 een aantal nog openstaande knelpunten en beleidswensen in het aanvaarde beleid op. Het starten van nieuw beleid is aan de nieuwe raad. De gemeentelijke financiële huishouding blijft het komende jaar gezond en sluitend.
De financiële vooruitzichten voor de nieuwe bestuursperiode zijn gematigd positief. De aantrekkende economie draagt daaraan bij en kan ook op lokaal niveau voor nieuwe impulsen zorgen.
De accressen van het gemeentefonds vertonen een opgaande lijn. Door het lange uitblijven van een nieuw regeerakkoord bestaat er onzekerheid ten aanzien van het beleid dat het Rijk de komende jaren gaat voeren. Dat geldt ook voor het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank en de effecten daarvan op de rente op de geld- en kapitaalmarkt. Er zijn, ook gezien de andere financiële risico’s die boven de markt hangen, voldoende redenen om vast te blijven houden aan het terughoudende financiële beleid en aan de spelregels waarmee we deze bestuursperiode steeds hebben gewerkt.
Highlights
- Financiële positie gezond en sluitend.
- Laatste knelpunten en wensen Collegeprogramma ‘Mijn Assen’ opgelost.
- Bezuinigingsopgave 2014-2018 voltooid.
- Start vernieuwde planningen control cyclus.
Wat willen we bereiken
Algemeen financieel beleid
Financieel gezond en in evenwicht
We zorgen dat onze financiële positie gezond blijft, de gemeentelijke begroting duurzaam in evenwicht is en het gemeentelijk weerstandsvermogen op voldoende niveau is om met de beleidsuitvoering samenhangende financiële risico’s op te kunnen vangen.
We besteden de beschikbare middelen zorgvuldig, efficiënt, transparant en resultaatgericht. De besteding van de gemeentelijke middelen is rechtmatig.
We zetten in op haalbare en betaalbare ambities.
Reservepositie
De omvang van onze reserves is afgestemd op het doel waarvoor ze zijn ingesteld. De gemeentelijke bestemmingsreserves en het gemeentelijk weerstandsvermogen blijven op peil.
Betere sturing en verantwoording
Een compactere en begrijpelijker presentatie van de programmabegroting, voor- en najaarsnota en het Jaarverslag vergroot de sturingsmogelijkheden van de raad. Het gaat daarbij om het beleid, de besteding van de middelen en de daarmee te bereiken maatschappelijke effecten.
Onvoorzien/incidenteel
Onvoorzien
Om ervoor te zorgen dat er financiële ruimte beschikbaar is voor dekking van lasten van niet in de begroting voorziene ontwikkelingen, bevat de programma- begroting een budget voor ‘onvoorziene uitgaven’.
Belastingheffing
We heffen gemeentelijke belastingen als algemeen dekkingsmiddel. Voor de heffingen en rechten (leges) geldt het uitgangspunt van kostendekkendheid. We beperken de gemeentelijke heffingen en rechten (leges) tot diensten die wij uitvoeren op grond van onze wettelijke taak.
Vennootschapsbelasting
Activiteiten die de gemeente als ondernemer verricht vallen vanaf 2016 in principe onder de heffing van de vennootschapsbelasting. Indien met de uitvoering van die activiteiten (fiscale) winst wordt behaald, is daarover vennootschapsbelasting verschuldigd.
Het maken van winst is in Assen geen op zichzelf staand beleidsdoel. Het maakt geen onderdeel uit van de maatschappelijke effecten die we met ons beleid willen bereiken. Het is, als daar onverhoopt wel sprake van zou zijn, slechts een bijkomend effect van het beleid.
Om die reden is er in principe dan ook niet of slechts marginaal sprake van belastingdruk uit hoofde van de vennootschapsbelasting.
Financiering/Belegging
Financiering
We financieren de gemeentelijke uitgaven efficiënt en risicomijdend. Wij doen dat binnen de wettelijke kaders en met inachtneming van het eigen ‘treasurystatuut´
Gemeentefonds
Financiële verhouding/Gemeentefonds
De uitkering uit het Gemeentefonds is algemeen dekkingsmiddel en bestemd voor gemeentebrede kostendekking.
Overige algemene middelen
We besteden de beschikbare (overige) algemene middelen zorgvuldig, efficiënt, transparant en resultaatgericht. De middelen zijn beschikbaar voor het dekken van kosten van de gemeente voor brede beleidsuitvoering.
Wat doen we daarvoor
Algemeen financieel beleid
Financieel gezond en in evenwicht
De begroting 2018 en de bijbehorende meerjarenramingen zijn, met inbegrip van de ruimte voor uitvoering van de ambities uit het collegeprogramma ‘Mijn Assen’, sluitend.
We geven in 2018 verder uitvoering aan het in de nota ´Minderen met Maat´ vastgestelde financiële beleid en maken daarbij gebruik van de afgesproken financiële spelregels. We blijven koersen op repressief financieel toezicht.
We geven met de daarvoor in de begroting beschikbare middelen van € 1,5 miljoen uitvoering aan de in 2018 voor het laatst in de planning staande beleidsintensiveringen. We maken ruimte vrij voor het oplossen van een aantal nog in het aanvaarde beleid aanwezige knelpunten en beleidswensen. We zetten daarvoor de vrij besteedbare reserves in.
We hechten de bezuinigingsopgave 2014-2018 definitief af en houden daarbij rekening met de verlaging van de op de bedrijfsvoering rustende taakstelling waartoe de raad bij de voorjaarsnota 2017 heeft besloten. Ook in 2018 blijven we de voortgang ervan monitoren.
De risico’s die de financiële positie in gevaar kunnen brengen zijn in beeld en de impact ervan is bekend. Het toepassen van beheersmaatregelen waarborgt dat deze risico’s ‘in control’ zijn. De paragraaf ‘weerstandsvermogen’ in deze begroting geeft dat weer.
We houden ook in 2018 vast aan het vertrekpunt dat de beleidsuitvoering in het sociaal domein budgettair neutraal moet plaatsvinden. Dat wil zeggen: binnen de middelen die we hiervoor van het Rijk ontvangen. De reserve sociaal domein blijft in 2018 als vangnet beschikbaar. We willen de werkingsduur van deze reserve verlengen.
We zorgen dat de gemeentelijke grondexploitatie in control is, en financieel onafhankelijk en fit blijft. We hanteren reële waarderingsgrondslagen en zorgen voor adequate risicoafdekking.
We houden vast aan de voor de realisatie van de FlorijnAs-projecten geldende financiële kaders. Vanaf 2018 is € 0,5 miljoen ruimte in de begroting beschikbaar voor beheer en onderhoud van die projecten.
We wikkelen de invoering van de vernieuwde begrotings- en verantwoordingsvoorschriften (BBV: Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten) in de begroting 2018 definitief af. We zorgen gelijktijdig dat we blijven voldoen aan de verscherpte controle-eisen van de accountant. De maatregelen in het financieel verbeterplan zijn daarvoor de basis.
Reservepositie
We zetten de algemene en bestemmingsreserves gericht en gedoseerd in voor de beleidsuitvoering en realisatie van nieuwe ambities. De algemene weerstandsreserves zijn op peil; ze voldoen aan de daarvoor vastgestelde ondergrenzen.
De in de begroting 2018 geraamde mutaties in de reserves zijn in overeenstemming met de door de raad vastgestelde kadernotitie ‘Reserves en voorzieningen’. Tekortsituaties in reserves zijn niet aan de orde.
De reservepositie wordt voor het eind van de bestuursperiode op nut en noodzaak doorgelicht. De resultaten zijn input voor de financiële kaderstelling 2018-2022.
Bestemmingsreserves worden, met uitzondering van de amortisatiereserves, in 2018 niet geïndexeerd. Eventuele voortzetting van deze lijn is onderdeel van de financiële kaderstelling voor 2018-2022.
De voeding van en onttrekkingen aan de amortisatieserves zijn aangepast aan en afgestemd op het met ingang van 2017 herziene rentestelsel. De raad heeft te kennen gegeven te opteren voor een gefaseerde afbouw van de jaarlijkse inzet van de reserve Weiersstraat/De Nieuwe Kolk. Over de wijze waarop dit zijn beslag moet gaan krijgen worden bij start van de komende bestuursperiode afspraken gemaakt.
De reserve sociaal domein blijft in 2018 beschikbaar als vangnet voor risico’s en nieuwe initiatieven in de beleidsuitvoering in dat domein. Aan de raad zal worden voorgesteld de werkingsduur van de reserve te verlengen.
We zorgen er voor dat de frictievoorziening bestemd voor dekking van de kosten van herplaatsbaar en boventallig personeel voldoet aan de daarop rustende verplichtingen en aan het begin van de nieuwe bestuursperiode op voldoende peil is.
De gemeentelijke voorzieningen zijn afgestemd op de daarop rustende verplichtingen en voldoen aan externe regelgeving.
Betere sturing en verantwoording
Beleidsvorming en het voeren van het gesprek over de daarmee te bereiken en bereikte resultaten vinden vanaf 2018 plaats met behulp van de nieuwe gemeentelijke financiële verordening, de kaderbrief en het in combinatie daarmee verder vernieuwde en uitgebreide planning- en control instrumentarium waaronder de nog door de raad vast te stellen kadernota’s.
De kwaliteit van de beleidsmatige en financiële informatie in de planning- en control producten wordt werkende weg verder verbeterd. Centraal daarin staan compacte en smart geformuleerde beleidsteksten rondom de 3W-vragen (Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat het kosten?), gekoppeld aan daarvoor beschikbare budgetten met heldere toelichting.
Onvoorzien/incidenteel
Onvoorzien
Het budget voor onvoorziene uitgaven In de programmabegroting 2018 bedraagt € 372.000.
Daarnaast voorziet de begroting 2018 in een budget voor incidentele uitgaven. De omvang hiervan bedraagt € 795.000.
Beide budgetten kunnen in de loop van het begrotingsjaar door het college van burgemeester en wethouders worden ingezet voor beleidsuitvoering en kostendekking van activiteiten die op dat moment nog niet in het betrokken begrotingsprogramma zijn geraamd.
Als het college van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt, stelt het de raad daarvan in kennis.
Belastingheffing
We geven uitvoering aan het voor de bestuursperiode 2014-2018 vastgestelde fiscale beleid. We houden daarbij rekening met de tussentijds door de raad aangenomen amendementen over de tariefstelling van de onroerendezaakbelastingen.
Verder houden we bij de tariefstelling 2018 rekening met de bepalingen omtrent de kostendekkende uit het, met ingang van 2017 in werking getreden vernieuwde BBV.
Voor 2018 betekent een en ander dat:
- De tarieven en de raming van de opbrengsten van de onroerende zaakbelastingen worden gebaseerd op de Woz-waarden (waardering onroerende zaken) per 1 januari 2017.
- De tarieven van de Ozb (onroerendezaakbelasting) aan de inflatie worden aangepast.
- We afzien van het toepassen van boventrendmatige verhoging van de Ozb-tarieven uit de nota ´Minderen met maat´.
- We niet overgaan tot compensatie van de derving van belastingopbrengsten, bijvoorbeeld als gevolg van leegstand van bedrijfspanden.
- We de opbrengst van de Ozb met inbegrip van die maatregelen voor 2018 ramen op een totaalbedrag van € 16,6 miljoen.
- We het tarief voor de toeristenbelasting voor 2018 vaststellen op € 1,25 per nacht per persoon.
- De tarieven voor de precario de inflatie volgen en dat we, wanneer dat met het oog op reële tariefstelling noodzakelijk is, zo nodig een inhaalslag uitvoeren.
- De tarieven van het rioolheffing en de afvalstoffenheffing de kostenontwikkeling blijven volgen. Dat geldt waar mogelijk eveneens voor de tarieven van de overige gemeentelijke heffingen.
We zetten de samenwerking op het gebied van de heffing en invordering van de belastingen met de gemeenten Tynaarlo en Aa en Hunze in 2018 voort en stroomlijnen de onderliggende administratieve processen.
We blijven de ontwikkelingen rondom de verruiming van het gemeentelijk belastinggebied en de uitwerking van mogelijke afspraken daarover in een regeerakkoord nauwlettend volgen. Een verruiming van het belastinggebied resulteert niet vanzelfsprekend in verruiming van de gemeentelijke middelen. De intentie is om de effecten die dit op de rijksbegroting heeft via het gemeentefonds te vereffenen.
Vennootschapsbelasting
We voldoen in 2018 in de beleidsuitvoering en in onze administratieve processen aan de vereisten, die de Wet modernisering Vennootschapsbelastingplicht daaraan stelt.
We hebben op basis van de in de wet opgenomen criteria vastgesteld welke ondernemersactiviteiten we als gemeente uitvoeren, en welke kosten en opbrengsten aan de uitvoering van die activiteiten zijn verbonden.
We zijn op basis van dat inzicht in staat om vast te stellen of, en zo ja in hoeverre, die activiteiten onder de heffing van de vennootschapsbelasting vallen, en welke vennootschapsbelasting we op grond daarvan in 2018 verschuldigd zijn.
We gaan er als vertrekpunt vanuit dat we in 2018 geen, of in zeer beperkte mate, vennootschapsbelasting aan het Rijk moeten afdragen.
Financiering/Belegging
Financiering
Er is doorlopend inzicht in lopende en komende gemeentelijke geldstromen. De sturing daarop is gericht op beperking van de schuldenlast, kostenefficiency en op het voorkomen van renterisico’s. We werken binnen de kaders van de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) en het geactualiseerde eigen treasurystatuut.
We zorgen voor op maat gesneden financiering bestemd voor uitvoering van de publieke taak. Om daar goed invulling aan te kunnen geven werken we verder aan verbetering van het inzicht in lopende en toekomstige geldstromen.
Het rentebeleid in de begroting 2018 en de meerjarenprognose 2019-2021 blijven gestoeld op duurzaamheid, financiële stabiliteit en op het voorkomen van budgettaire schommelingen.
Het interne rentebeleid, en het daaraan gekoppelde rente-omslagstelsel, voldoen aan de voorschriften en bepalingen in het vernieuwde BBV. Het omslagpercentage is voor 2018 bepaald op 2,2 %. Zo mogelijk maken we in 2018 verder gebruik van de gunstige rentestanden op de geld- en kapitaalmarkt.
We bewaken de houdbaarheid van onze schuldpositie. We zorgen ervoor dat we ook op langere termijn aan onze rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen. We benutten kansen om de gemeentelijke schuldpositie en de rente- en aflossingsverplichtingen te verlichten.
We zorgen voor een adequaat beheer van de gemeentelijke deelnemingen en beleggingen.
Gemeentefonds
Financiële verhouding/Gemeentefonds
We zetten de algemene uitkering in haar volle omvang in voor dekking van de kosten van het gemeentelijk beleid.
We hebben de algemene uitkeringen voor de periode 2018-2021 voorlopig bepaald op basis van de meicirculaire 2017. Voor het jaar 2018 resulteert dat in een algemene uitkering van € 162,3 miljoen. De hierin inbegrepen integratie-uitkering sociaal domein bedraagt in totaal € 71,7 miljoen. Voor de uitvoering van het wsw-deel is daarnaast € 13,2 miljoen geraamd.
In verband met de demissionaire status van het kabinet was de inhoud van de meicirculaire beleidsarm. Op basis van de beleidsafspraken in het nieuwe regeerakkoord, de rijksbegroting 2018 en de daarvan afgeleide gemeentefondscirculaire vindt zo nodig bijstelling van de eigen raming en prognoses plaats.
De bijstelling van de accressen en de ontwikkeling van de integratie-uitkering sociaal domein zijn van direct belang voor het financiële beeld in de begroting 2018. De bijstelling van de accressen is afgestemd op de werkelijke uitgaven in de rijksrekening 2016 en op de in de rijksvoorjaarsnota 2017 op basis van het huidige rijksbeleid voorziene doorontwikkeling daarvan. Die leveren weliswaar een positief beeld op, maar zijn vrijwel volledig terug te voeren op bijstellingen van de loon- en prijsontwikkelingen in de lopende en komende rijksbegroting.
Op gemeentelijk niveau zullen hieruit onder meer de budgettaire gevolgen van de nieuwe Cao-gemeenten en de stijging van de ABP-premies gedekt moeten worden.
De bijstellingen van de macrobudgetten in het sociaal domein, zijn grotendeels terug te voeren op reguliere loon- en prijsbijstelling en op toekenning van volumemiddelen. Het betreft dus nominale en geen reële verbeteringen.
Het tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het kabinet gesloten akkoord over de financiering van de extra kosten van de verhoogde instroom van asielzoekers eindigt met ingang van 2018.
De middelen die in 2016 en 2017 voor dit doel als decentralisatie-uitkering binnen het gemeentefonds waren gelabeld, worden in 2018 weer via het accres aan het fonds toegevoegd. Het gaat om een totaalbedrag van € 190 miljoen Voor Assen bedraagt de toevoeging ruim € 0,7 miljoen.
Er vinden vanaf 2018 geen rechtstreekse uitnamen uit het gemeentefonds meer plaats voor bekostiging van activiteiten van derden waaronder de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Kwaliteitsinstituut Nederlandse gemeenten (KING) en de Waarderingskamer. Deze organisaties zullen de bijdragen zelf bij de gemeenten in rekening gaan brengen. Het gaat in principe om een technische aanpassing die, als alles volgens plan verloopt, budgettair neutraal zou moeten verlopen.
De raming voor de in dit verband door Assen te betalen bijdragen is vanaf 2018 opgenomen in het begrotingsprogramma ‘Samen werken aan Assen’.
Het gemeentefonds voorziet in overgangsmaatregelen om de financiële pijn van de herijking van het gemeentefonds en de invoering van de verdeelmodellen sociaal domein tijdelijk te verzachten. Daardoor wordt de jaarlijkse schade tot maximaal € 15 per inwoner beperkt. Dit betekent voor Assen dat we ‘pas’ vanaf 2020 met dit maximale nadeel te maken krijgen. Tot die tijd ontvangt Assen op grond van de zogenaamde ’cumulatieregeling nadeelgemeenten’ jaarlijks een financiële tegemoetkoming. In 2018 bedraagt deze nog € 1,7 miljoen. De raad heeft bij de behandeling van de begroting 2017 besloten deze middelen als algemeen dekkingsmiddel in te zetten.
Van de in de afgelopen kabinetsperiodes door het Rijk opgelegde bezuinigingen staat op dit moment alleen de korting in verband met gemeentelijke schaalvergroting (de schaalkorting) nog open. Deze korting loopt jaarlijks structureel op en komt op macroniveau vanaf 2025 uiteindelijk uit op € 975 miljoen structureel. Voor Assen betekent dit dat de algemene uitkering jaarlijks met circa € 0,24 miljoen wordt verlaagd. De uiteindelijke omvang ervan op basis van het huidige kabinetsbeleid zal voor Assen circa € 4,0 miljoen structureel gaan bedragen. Op dit moment is daarvan, in het kader van de bezuinigingsopgave 2014-2018, € 1,0 miljoen gedekt. Voor de nog komende kortingen van € 3,0 miljoen zal vanaf 2019 in de begroting dekking moeten worden gevonden.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is een brede discussie gestart om de grondslagen van het gemeentefonds te herzien. We zullen daar input voor leveren.
Overige algemene middelen
We geven mede met behulp van de in 2018 beschikbare overige algemene dekkingsmiddelen uitvoering aan het gemeentelijk beleid.
Verdieping en links
Van Assen
buurtmonitor AssenRelevante derden
vngBeleidsdocumenten
Collegeprogramma 2014-2018 Mijn Assen
Besluit begroting en verantwoording (BBV)
Aanvullende bezuinigingen 2012-2015
Gemeentewet - Artikel 213a Verordening collegeonderzoeken
Minderen met maat
Notitie waarderings- en afschrijvingsbeleid
Verder bouwen, ambities en bezuinigingen 2014-2017
Gemeenschappelijk financieel toezichtskader Kwestie van evenwicht